Nissan Qashqai 2023 Gebruikershandleiding

6.4.1. Werking van het MOD-systeem

Het MOD-systeem wordt automatisch ingeschakeld onder de volgende omstandigheden:

  • Wanneer de transmissie in de R-stand (achteruit) staat.

  • Wanneer de <CAMERA> knop wordt ingedrukt om het Intelligent Around View Monitor-systeem te activeren op het display.

  • Wanneer de rijsnelheid onder ongeveer 8 km/u (5 MPH) daalt.

Het MOD-systeem werkt in de volgende omstandigheden wanneer de cameraweergave wordt getoond:

  • Wanneer de transmissie in de P- (parkeren) of N-stand (vrij) staat terwijl de auto stilstaat, detecteert het MOD-systeem bewegende objecten in de bovenweergave. Het MOD-systeem zal niet werken als een van de portieren open staat. Als de buitenspiegels zijn ingeklapt, werkt het MOD-systeem mogelijk niet goed.

  • Wanneer de transmissie in een rijstand vooruit staat en de rijsnelheid lager is dan ongeveer 8 km/u (5 MPH), detecteert het MOD-systeem bewegende objecten in de voorweergave of in de panoramische voorweergave.

  • Wanneer de transmissie in de R-stand (achteruit) staat en de rijsnelheid lager is dan ongeveer 8 km/u (5 MPH), detecteert het MOD-systeem bewegende objecten in de achterweergave of in de panoramische achterweergave. Het MOD-systeem zal niet werken als de achterklep open staat.

Het MOD-systeem detecteert geen bewegende objecten in de voor-zijweergave. In deze weergave wordt het MOD-pictogram niet op het scherm getoond.

Wanneer het MOD-systeem een bewegend object detecteert dichtbij de auto, verschijnt een geel kader op de plek waar dit objecten is waargenomen, terwijl er eenmaal een geluidssignaal klinkt. Zolang het MOD-systeem bewegende objecten detecteert, blijft het gele kader op het scherm zichtbaar.

image

Wanneer het RCTA een geluidssignaal (indien aanwezig) geeft, zal het geluidssignaal van het MOD-systeem niet klinken.

imageimageimageimage

In het bovenaanzicht wordt het gele kader (1) in elk camerabeeld (voor, achter, rechts, links) weergegeven, afhankelijk van de plek waar de bewegende objecten worden gedetecteerd.

Het gele kader (2) wordt weergegeven in de voorweergave, achterweergave, panoramische voorweergave en panoramische achterweergave.

Een groen MOD-pictogram (3) wordt getoond in de weergave waarin het MOD-systeem werkzaam is. Een grijs MOD-pictogram (3) wordt getoond in de weergave waarin het systeem niet werkzaam is.

Als het MOD-systeem is uitgeschakeld, wordt het MOD-pictogram (3) niet weergegeven.

Hoofdonderwerp: