Nissan Qashqai 2023 Gebruikershandleiding

7.28.9.1. Werking van de snelheidsbegrenzer van ProPILOT Assist

image
  • (1)<CANCEL> schakelaar
  • (A)<RES+> (Hervatten) schakelaar
  • (B)<SET–> (Instellen) schakelaar
  • (2)Hoofdschakelaar snelheidsbegrenzer “AAN/UIT” (indien aanwezig)
  • (3)ProPILOT Assist-schakelaar
imageimage
  • (4)Snelheidsbegrenzersymbool
  • (5)Ingestelde snelheid

De snelheidsbegrenzer inschakelen

De snelheidsbegrenzer kan worden ingeschakeld na het starten van de motor of tijdens het rijden.

Druk op de snelheidsbegrenzer “AAN/UIT”-hoofdschakelaar (2).

Het snelheidsbegrenzersymbool (4) en de ingestelde snelheid (5) gaan branden in het voertuiginformatiedisplay.

image

Als de snelheidsbegrenzer wordt aangezet worden ook het Intelligent Lane Intervention-systeem (ILI) en het Intelligent Blind Spot Intervention-systeem aangezet, mits deze systemen zijn ingeschakeld in het [Rijhulpmiddelen]-menu op het voertuiginformatiedisplay. Zie voor meer informatie

en .

De snelheidslimiet instellen

Druk de <SET–> schakelaar.

De snelheidslimiet wordt ingesteld op de huidige snelheid.

Wanneer u langzamer dan 30 km/u (20 MPH) rijdt, wordt de snelheidsbegrenzer ingesteld op de minimum instelbare snelheid van 30 km/u (20 MPH).

Wanneer de snelheidslimiet is ingesteld, worden het snelheidslimietsymbool (4) en de ingestelde snelheid (5) groen.

Een snelheidslimiet wijzigen

Voer één van de volgende handelingen uit om een snelheidslimiet te wijzigen.

  • Druk de <RES+> schakelaar (Resume) of <SET–> schakelaar. Telkens wanneer u dit doet neemt de ingestelde snelheid toe of af met 1 km/u (1 MPH).

  • Houd de <RES+> schakelaar (Resume) of <SET–> schakelaar. De ingestelde snelheid neemt toe of af tot het volgende veelvoud van 5 km/u (5 MPH) en vervolgens in stappen van 5 km/u (5 MPH).

De nieuwe ingestelde snelheidslimiet (5) zal worden weergegeven op het voertuiginformatiedisplay.

Wanneer de werkelijke voertuigsnelheid de ingestelde snelheid overschrijdt zonder dat de bestuurder ingrijpt, klinkt er een waarschuwingssignaal kort na het overschrijden van de ingestelde snelheid.

Een snelheidslimiet annuleren

Druk voor het annuleren van de ingestelde snelheidslimiet op de <CANCEL> . Het snelheidslimietsymbool (4) en de ingestelde snelheid (5) in het voertuiginformatiedisplay worden groen.

Het is ook mogelijk de werking van de snelheidsbegrenzer te annuleren door het gaspedaal verder dan het weerstandspunt in te drukken.

image
  • Het kan zijn dat de auto accelereert wanneer de snelheidsbegrenzer wordt geannuleerd.

  • Als er extra vloermatten worden gebruikt, zorg er dan voor dat ze goed bevestigd zijn en dat ze de bediening van het gaspedaal niet kunnen belemmeren. Matten die niet geschikt zijn voor de auto kunnen een juiste werking van de snelheidsbegrenzer verhinderen.

Trap het gaspedaal verder in dan het weerstandspunt. De snelheidsbegrenzer wordt opgeheven zodat u harder kunt rijden dan de ingestelde snelheidslimiet. De ingestelde snelheid (5) gaat knipperen en een waarschuwingssignaal klinkt. De snelheidsbegrenzer hervat automatisch zijn werking wanneer de snelheid onder de ingestelde snelheidslimiet daalt.

Een eerder ingestelde snelheid hervatten

Als een ingestelde snelheidslimiet is geannuleerd, wordt deze opgeslagen in het geheugen van de snelheidsbegrenzer.

Deze snelheidslimiet kan opnieuw worden geactiveerd door te drukken op de <RES+> schakelaar (Resume) (A).

Als de huidige rijsnelheid hoger is dan de eerder ingestelde snelheid, zal het gaspedaal niet werken en gaat de weergegeven ingestelde snelheid (5) knipperen totdat de snelheid onder de ingestelde snelheidslimiet daalt.

Wanneer de werkelijke voertuigsnelheid de ingestelde snelheid overschrijdt zonder dat de bestuurder ingrijpt, klinkt er een waarschuwingssignaal kort na het overschrijden van de ingestelde snelheid.

De snelheidsbegrenzer uitschakelen

De snelheidsbegrenzer wordt uitgeschakeld door het uitvoeren van een van de volgende handelingen:

  • Druk op de snelheidsbegrenzer “AAN/UIT”-hoofdschakelaar. Het snelheidsbegrenzersymbool (4) en de ingestelde snelheid (5) in het voertuiginformatiedisplay worden uitgeschakeld.

  • Druk op de blauwe ProPILOT Assist “AAN/UIT”-schakelaar. Informatie over de snelheidsbegrenzer op het voertuiginformatiedisplay wordt vervangen door het ProPILOT Assist-display. Voor meer informatie, zie

    .
  • Wanneer de auto wordt gestopt en het contact op OFFwordt gezet.

Door de snelheidsbegrenzer uit te zetten, wordt het geheugen van de snelheidsbegrenzer met de ingestelde snelheidslimieten gewist.

Storing in de snelheidsbegrenzer

In geval van een storing in de snelheidsbegrenzer, gaat het snelheidsbegrenzersymbool (4) op het voertuiginformatiedisplay knipperen.

Schakel de snelheidsbegrenzer uit door op de “AAN/UIT”-hoofdschakelaar (3) te drukken en laat het systeem nakijken door een NISSAN-dealer of een erkend garagebedrijf.

Hoofdonderwerp: