4.5.2.2. Synchronisatie bij achteruitrijden (indien aanwezig)

Wanneer de ruitenwisserschakelaar in de interval-, <AUTO>- (indien aanwezig), of in de stand voor hoge of lage snelheid staat, zal de ruitenwisser van de achterruit gaan werken wanneer in de R-stand (achteruit) wordt geschakeld.

De modus kan uitgeschakeld worden. Zie voor meer informatie Voertuiginformatiedisplay.

In de <AUTO>-stand (indien aanwezig) zal de ruitenwisser van de achterruit niet beginnen met wissen wanneer in de R-stand (achteruit) wordt geschakeld. Hij zal pas in werking treden wanneer de ruitenwissers van de voorruit een eerste wisslag hebben gemaakt.