Nissan Qashqai 2023 Gebruikershandleiding
7.33.2.2. Parkeren op een parkeerplaats
Het systeem detecteert de markeringslijnen van de parkeerplaatsen op de grond door middel van het verwerken van de camerabeelden en toont vervolgens een rechthoek in het midden van deze lijnen welke wordt aangewezen als de uiteindelijke parkeerplaats.
Wanneer de parkeerlijnen voor parkeerplaatsen ontbreken en er geen parkeerplekken kunnen worden gedetecteerd, wordt een doelparkeerrechthoek op een standaardpositie weergegeven wanneer op de 
knop gedrukt wordt.
Zet de auto stil naast de plek waar u wenst te parkeren.
Druk op de <CAMERA> knop en vervolgens op de IPA-knop
op het scherm of op de IPA-schakelaar (indien aanwezig) aan de onderkant van het dashboard.Druk op de parkeermodusknop
, en controleer of de vakparkeermodus wordt weergegeven.
Als het bovenaanzicht niet wordt weergegeven aan passagierszijde van het scherm, druk dan op de <CAMERA>-knop totdat het bovenaanzicht verschijnt.
Gebruik de richtingaanwijzer om aan te geven aan welke kant van de auto de parkeerplaats zich bevindt.
De modus voor parkeren op een parkeerplaats wordt weergegeven. Gebruik de richtingaanwijzer om aan te geven aan welke kant van de auto de parkeerplaats zich bevindt.
Stop het voertuig naast, en ongeveer 1m (3 ft) van de parkeerplaats. Het systeem begint te zoeken naar een parkeerplaats. Het IPA-systeem laat u weten wanneer het een geschikte parkeerplaats heeft gevonden. Wanneer de parkeerlijnen voor parkeerplaatsen ontbreken en er geen parkeerplekken kunnen worden gedetecteerd, wordt een doelparkeerrechthoek op een standaardpositie weergegeven wanneer op de
knop ingedrukt. Vervolgens kunt u op [Start] drukken.
Stel het kader van de beoogde parkeerplaats in met behulp van de pijltjestoetsen op het scherm zodat de richtlijnen die de vrije ruimte aangeven eventuele obstakels rond de auto niet overlappen.
Na het indrukken van [Start] zal de auto parkeren binnen het blauwe kader. Zorg ervoor dat deze ruimte vrij is van obstakels.
Druk op [Starten].
De auto start de parkeerprocedure. Het IPA-systeem treedt in werking wanneer aan de volgende omstandigheden is voldaan:
De auto is volledig tot stilstand gebracht door het rempedaal in te trappen.
Het stuurwiel staat in de rechtuitstand.
De transmissie staat in de D-stand (rijden).
Wanneer de auto tijdens het volgen van de parkeerprocedure afwijkt van het parkeerkader, stop dan en corrigeer de positie.
Bij twijfel of er in de directe omgeving van de route naar de parkeerplaats en/of op de parkeerplaats zelf personen of voertuigen aanwezig zijn, moet u de auto onmiddellijk stopzetten en controleren.
Plaats uw handen voorzichtig op het stuurwiel en rijd de auto langzaam vooruit naar de juiste, met groen aangegeven positie, ter voorbereiding op het achteruitrijden.
Zet de auto stil.
Het stuurwiel draait vervolgens zelf naar het kader met de startpositie voor het achteruitrijden (groen).
Druk op het rempedaal en zet de auto stil wanneer deze een ander voertuig of object nadert, of wanneer de auto de startpositie voor het achteruitrijden bereikt heeft.
Schakel in de R-stand (achteruit).
Plaats uw handen lichtjes op het stuur en rijd langzaam achteruit naar de parkeerplaats.
De stuurbewegingen worden automatisch uitgevoerd.
Alleen de stuurbewegingen worden automatisch uitgevoerd.
Volg de aanwijzingen op die door het systeem gegeven worden.
Geef voorzichtig en langzaam gas terwijl u de omgeving controleert.
Door het stuurwiel te bedienen wordt de werking van het IPA-systeem afgebroken.
Wanneer de auto de beoogde parkeerpositie bereikt heeft, controleert u de situatie en drukt u vervolgens op het rempedaal om de auto stil te zetten.
Wanneer de auto bij benadering de beoogde parkeerpositie bereikt heeft, klinkt er een geluidssignaal en verschijnt het bericht [Parkeerhulp voltooid] op het middendisplay; de werking van het IPA-systeem wordt automatisch beëindigd.
Het kan nodig zijn om zelf nog enkele correcties uit te voeren na de omgeving van de auto gecontroleerd te hebben.
Het systeem kan op elk moment geannuleerd worden:
Door in de P-stand (parkeren) te schakelen.
Door in de N-stand (vrij) te schakelen.
Door de stuurmanoeuvres over te nemen.
Door de knop [Annuleren] op het middendisplay in te drukken.