Nissan Qashqai 2023 Gebruikershandleiding

7.27.5.3. Stuurhulpweergave en -indicatielampjes (voertuigen met handgeschakelde versnellingsbak)

image
  1. Stuurhulpstatusindicatielampje/-waarschuwing

    Toont de stuurhulpstatus door middel van de kleur van het indicatielampje/waarschuwing

    • Grijs: Stuurhulp op stand-by

    • Groen: Stuurhulp actief

    • Geel: Storing in de stuurhulp

    • Rood: Handen los van het stuurwiel gedetecteerd

  2. Rijstrookmarkeringindicatielampje

    Geeft aan of het systeem rijstrookmarkeringen detecteert

    • Grijs: Rijstrookmarkeringen niet gedetecteerd

    • Groen: Rijstrookmarkeringen gedetecteerd

    • Geel: Onbedoeld verlaten van rijstrook wordt gedetecteerd

  3. Stuurhulpstatusindicatielampje

    Toont de stuurhulpstatus door middel van de kleur van het indicatielampje/waarschuwing

    • Grijs: Stuurhulp op stand-by

    • Groen: Stuurhulp actief

  4. Indicatielampje rijstrookmarkering/indicatielampje snelheidsregelingstatus/indicatielampje ingestelde volgafstand

    Toont de stuurhulpstatus door middel van de kleur van het indicatielampje rijstrookmarkering.

    • Rijstrookmarkeringsindicatielampje (geen rijstrook): Stuurhulp uitgeschakeld

    • Rijstrookmarkeringsindicatielampje (groen): Stuurhulp actief

    • Rijstrookmarkeringsindicatielampje (grijs): Stuurhulp op stand-by

Wanneer de stuurhulp in werking is, worden het stuurhulpstatusindicatielampje (1) en het indicatielampje rijstrookmarkering (2) op het voertuiginformatiedisplay groen.

Wanneer de stuurhulp in standby gaat, worden het stuurhulpstatusindicatielampje (1) en het indicatielampje rijstrookmarkering (2) op het voertuiginformatiedisplay grijs. Als de stuurhulp automatisch is uitgeschakeld omdat niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden voor activering, zal een dubbel geluidssignaal klinken.

Intelligent Lane Intervention (ILI)

Wanneer een bocht of sterke zijwind de capaciteiten van de stuurhulp te boven gaan en uw auto de linker- of rechterzijde van de rijstrook te veel nadert, zal het stuur trillen, een geluidssignaal klinken en gaat het ILI-controlelampje (geel) knipperen op het dashboard om de bestuurder te waarschuwen. Het ILI-systeem zal vervolgens gedurende korte tijd remmen om de bestuurder te helpen terug te keren naar het midden van de rijstrook. Deze actie wordt toegevoegd aan eventuele andere acties van de stuurhulp. Voor meer informatie, raadpleeg

.

Detectie handen aan het stuur

image

Wanneer de stuurhulp wordt geactiveerd, zal deze toezicht houden op de bediening van het stuurwiel door de bestuurder.

Als de bestuurder gedurende een bepaalde periode zijn/haar handen van het stuur haalt, verschijnt de waarschuwing (1) op het voertuiginformatiedisplay en gaat het waarschuwingslampje (2) branden.

Als na het verschijnen van de waarschuwing de bestuurder nog steeds het stuurwiel niet bedient, zal er een alarmsignaal klinken en knippert de waarschuwing op het voertuiginformatiedisplay, waarna het stuurhulpsysteem wordt uitgeschakeld.

image

Stuurhulp is geen systeem voor handsfree rijden. Houd altijd uw handen aan het stuur en rijd uw auto veilig. Als u dit niet doet kan dit leiden tot een botsing met ernstig persoonlijk letsel of de dood tot gevolg.

image

De sensoren detecteren de hand(en) van de bestuurder op het stuurwiel in de volgende situaties mogelijk niet, waardoor een reeks waarschuwingen kan optreden:

  • Door te rijden met handschoenen.

  • Beschermhoes op het stuurwiel.

  • Door het gedeelte van het stuurwiel vast te pakken dat niet is voorzien van sensoren, waaronder de leren verbindingsstukken en spaken.

Stuurhulp inschakelen/uitschakelen

Gebruik de volgende methodes om de stuurhulp in of uit te schakelen.

Rijhulpschakelaar op het stuurwiel

Druk op de rijhulpschakelaar. Hierdoor wordt ICC aangezet. Let op dat de stuurhulp mogelijk al ingeschakeld is, afhankelijk van de instellingen in het menu [Instellingen]. Deze instellingen worden behouden als de motor opnieuw wordt gestart.

Druk vervolgens op <SET–> in de schakelaar aan de rechterkant van het stuurwiel om de snelheid van de cruise control in te stellen. Wanneer het systeem duidelijke rijstrookmarkeringen detecteert, zullen de stuurhulppictogrammen groen worden en zal het stuurhulpsysteem actief zijn.

Het stuurhulppictogram blijft grijs als er met de auto gereden wordt met snelheden onder 60 km/u (37 MPH) en er geen voorligger wordt gedetecteerd

Stuurhulpschakelaar

Om de stuurhulp AAN of UIT te zetten, drukt u op de stuurhulpschakelaar op het dashboard.

image
  • Wanneer de stuurhulpschakelaar wordt gebruikt om het systeem AAN of UIT te zetten, herinnert het systeem zich de instelling wanneer de motor opnieuw wordt gestart. De schakelaar moet nogmaals ingedrukt worden om de instelling te veranderen in AAN of UIT.

  • De stuurhulpschakelaar verandert de status van de [Stuurhulp]-keuze die gemaakt is in het scherm [Instellingen] op het voertuiginformatiedisplay.

Instellen op het voertuiginformatiedisplay

  1. Druk op de imageimage knop op het stuurwiel totdat [Instellingen] op het voertuiginformatiedisplay wordt weergegeven en druk dan op de bladerknop.

  2. Gebruik de bladerknop om [Rij-assistentie] te selecteren. Druk dan op de bladerknop.

  3. Selecteer [Stuurhulp] en druk op de bladerknop om de stuurhulp in of uit te schakelen.

image
  • Wanneer het stuurhulpscherm op het voertuiginformatiedisplay verschijnt, druk dan op de <OK>-knop op het stuurwiel om het instellingenmenu [Rij-assistentie] te tonen.

  • Wanneer het systeem wordt ingeschakeld/uitgeschakeld via het voertuiginformatiedisplay, of wanneer de stuurhulpschakelaar wordt ingedrukt, behoudt het systeem de huidige instellingen ook al wordt de motor opnieuw gestart.

Hoofdonderwerp: